Glen Scotia-distilleerderij

Campbeltown is een heel bijzondere plek in Schotland, door sommige van de huidige bewoners ook wel ‘het centrum van het universum’ genoemd. Met een overvloed aan rijke landbouwgrond, lokale gerst, turf en zoet water, was het bijna onvermijdelijk dat het een essentieel onderdeel zou worden van de geschiedenis van het distilleren van whisky.

De distillatie op het schiereiland Kintyre dateert uit 1609 met de toekenning van de eerste vergunning om ‘aqua vitae’ te produceren. In het Victoriaanse tijdperk stond Campbeltown bekend als de whiskyhoofdstad van de wereld – een van de vijf kenmerkende moutproducerende regio’s van Schotland, namelijk Highland, Speyside, Lowland en Islay en natuurlijk Campbeltown. Glen Scotia is een mooi voorbeeld van deze historische regio.

Campbeltown was niet de oorspronkelijke naam van de stad. De plaats zelf werd opgericht in 1597 bij wet en begon te worden gevestigd in 1607. Het stond bekend als Lochhead tot het midden van de 19e eeuw, toen de naam Campbeltown, nogal onbescheiden, werd uitgevonden door de lokale lairds, de Campbells!

Gelukkig had het schiereiland Kintyre een overvloed aan ‘ingrediënten’ die nodig zijn voor het distilleren: een overvloedige toevoer van vers water, lokale gerst, brandstof en turf. In 1795 waren er 21 bekende illegale stills in Campbeltown en 10 op het omliggende platteland. De eerste distilleerderij in de stad was de Campbeltown-distilleerderij, opgericht in 1817.

Scotia werd in 1832 opgericht door de Dean of Guild James Stewart en Provost John Galbraith. In 1835 was Scotia een van de 29 bloeiende distilleerderijen in Campbeltown. De hausse in de whiskyproductie in Campbeltown was deels te danken aan stoomnavigatie – hierdoor kon whisky in slechts 9 uur rechtstreeks naar Glasgow worden verscheept.

In 1923 sloot de Drumlemble Colliery een einde aan de goedkope lokale brandstoftoevoer. Ondertussen speelden de Grote Depressie en het verbod hun rol. In 1929 bleven er nog maar drie distilleerderijen open in Campbeltown: Scotia, Springbank en Ri-Clachan. Toen zag 20 maart 1930 de laatste productie in Scotia voordat de distilleerderij stil viel.

Gelukkig kochten de Bloch Brothers de distilleerderij in 1933 en heropend als Glen Scotia. Maar tegen 1934 had Ri-Clachan zijn deuren gesloten en had de eens zo bloeiende whiskyhoofdstad van de wereld nog maar twee distilleerderijen over. Toen viel Glen Scotia in 1984 opnieuw vijf jaar stil en liet er slechts één over. In 1989 kende het fortuin opnieuw een opleving en Glen Scotia opende opnieuw onder het eigendom van Gibson. Het werd toegevoegd in 2000 toen de Glengyle-distilleerderij heropende. Cruciaal was dat dit het aantal distilleerderijen in het gebied weer op drie bracht, waardoor Campbeltown’s status als whiskyproducerende regio werd hersteld.

De distilleerderij is een aantal keer van eigenaar veranderd en in 2014 gekocht door de Loch Lomond Group die heeft geïnvesteerd en dit legendarische merk heeft ontwikkeld, de capaciteit heeft vergroot, magazijnen heeft geopend en een bezoekerscentrum heeft gecreëerd. Vandaag de dag blijft Glen Scotia gedijen in het hart van de meest gezonde plek ter wereld.